De algemene voorwaarden van Daaf

Algemene voorwaarden van Daaf

Artikel 1 Definities

Algemene Voorwaarden: de onderhavige algemene voorwaarden van Daaf, ingeschreven in het Handelsregister onder nummer 80399215, gevestigd te (3812 PT) Amersfoort aan de Kaliumweg 12.

Inlener: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie Daaf een aanbieding doet, offerte uitbrengt of waarmee Daaf een overeenkomst sluit dan wel anderszins een samenwerking aangaat, al dan niet in het kader van de terbeschikkingstelling van arbeidskrachten, zzp’ers of andersoortige zelfstandigen door Daaf.

Inleenovereenkomst: de overeenkomst op grond waarvan Daaf arbeidskrachten op uitzendbasis dan wel zzp’ers of andersoortige zelfstandigen aan Inlener ter beschikking stelt.

Medewerker: de door Daaf in het kader van een Inleenovereenkomst ter beschikking gestelde arbeidskracht, zzp’er of andersoortige zelfstandige.

Terbeschikkingstelling: De terbeschikkingstelling door Daaf aan Inlener van een arbeidskracht op uitzendbasis, dan wel de Terbeschikkingstelling door Daaf aan Inlener van een zzp’er of andersoortige zelfstandige.

Tijdverantwoordingsformulier: het conform de eisen van Daaf ingerichte en ingevulde document waaruit het aantal door een Medewerker in het kader van een Terbeschikkingstelling gewerkte uren blijkt. Een tijdsverantwoordingsformulier kan in papieren, gedrukte of digitale (app of internet) vorm voorkomen.

Inlenerstarief: het bedrag dat Inlener verschuldigd is voor de door de Medewerker op basis van een Terbeschikkingstelling gewerkte uren, exclusief BTW, andere heffingen van overheidswege, reis- en verblijfkosten alsmede andersoortige meerkosten voortvloeiende uit- dan wel verband houdende met de Terbeschikkingstelling.

Inlenersbeloning: Het geheel aan toepasselijke arbeidsvoorwaarden op grond van art. 8 lid 1 Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (‘WAADI’) alsmede de toepasselijke cao en andersoortige collectieve- en bedrijfsregelingen.

Artikel 2 Toepasselijkheid

1. De Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op alle aanbiedingen en offertes van Daaf alsmede op alle Inleenovereenkomsten, overige overeenkomsten en andersoortige samenwerkingen in de ruimste zin van het woord tussen Daaf en Inlener, behoudens het geval Daaf schriftelijk ondubbelzinnig afstand doet van de toepasselijkheid van de Algemene Voorwaarden.

2. Indien Daaf en de Inlener eenmaal op grond van de Algemene Voorwaarden direct dan wel indirect een Inleenovereenkomst hebben gesloten dan wel op andersoortige wijze een samenwerking in de ruimste zin van het woord zijn aangegaan waarop de Algemene Voorwaarden van toepassing waren, zal toepasselijkheid van de Algemene Voorwaarden op iedere navolgende Inleenovereenkomst of samenwerking in vorenbedoelde zin een gegeven zijn. Indien Daaf en Inlener de toepasselijkheid van de Algemene Voorwaarden overeenkomen, worden de Algemene Voorwaarden tevens geacht met terugwerkende kracht op voorgaande overeenkomsten en samenwerkingen in de ruimste zin van het woord van toepassing te zijn verklaard.

3. De toepasselijkheid van algemene voorwaarden van Inlener of aan Inlener gelieerde derden wordt uitdrukkelijk uitgesloten. De Algemene Voorwaarden zijn exclusief van toepassing.

4. Daaf heeft de onderhavige Algemene Voorwaarden mede bedongen voor de door haar in het kader van de uitvoering van de Inleenovereenkomst ingeschakelde derden en Medewerkers. Deze partijen komt derhalve jegens Inlener een zelfstandig beroep op de Algemene Voorwaarden toe.

5. Als enige bepaling uit de Algemene Voorwaarden nietig is of wordt vernietigd dan wel anderszins onverbindend blijkt te zijn, zullen de overige bepalingen van deze voorwaarden volledig van kracht blijven en zullen partijen in overleg treden teneinde nieuwe bepalingen ter vervanging van de nietige, vernietigde of onverbindend gebleken bepalingen overeen te komen, waarbij zoveel mogelijk het doel en de strekking van de nietige, vernietigde of onverbindend gebleken bepaling in acht zal worden genomen.

Artikel 3 Aanbiedingen, offertes en prijzen

1. Alle aanbiedingen en offertes van Daaf zijn vrijblijvend, ook indien daarin een termijn is opgenomen voor de aanvaarding daarvan.

2. Alle genoemde prijzen en bedragen in offertes of aanbiedingen zijn onder voorbehoud, tenzij schriftelijk uitdrukkelijk anders is overeengekomen. Alle geoffreerde prijzen of aanbiedingen zijn exclusief BTW, andere belastingen, rechten en heffingen van overheidswege, vervoer, overnachting- en huisvestingskosten, administratiekosten en andersoortige meerkosten voortvloeiende uit een Terbeschikkingstelling, tenzij uitdrukkelijk anders vermeld of overeengekomen.

3. Voor zover de vermelde prijzen en bedragen, waaronder mede wordt begrepen het Inlenerstarief, zijn gebaseerd op informatie van Inlener, bijvoorbeeld met betrekking tot de toepasselijke Inlenersbeloning, komen eventuele meerkosten wegens onjuiste, onvolledige of onduidelijke informatie voor rekening en risico van Inlener.

4. Indien na het uitbrengen van een aanbieding of offerte, dan wel het sluiten van een Inleenovereenkomst een verhoging optreedt in lonen, de Inlenersbeloning, grondstofprijzen, vervoerskosten, wisselkoersen, verzekeringspremies of heffingen van overheidswege, is Daaf gerechtigd de daaruit voortvloeiende meerkosten aan Inlener door te berekenen. Hetzelfde geldt indien een wijziging in sociale en/of fiscale wet- en regelgeving voor Daaf tot een verhoging van de kostprijs van de Terbeschikkingstelling leidt.

Artikel 4 Totstandkoming van de overeenkomst en wijzigingen nadien

1. De overeenkomst tussen Daaf en Inlener komt pas tot stand nadat Daaf de aanvaarding van de aanbieding of offerte schriftelijk aan Inlener heeft bevestigd door middel van een opdrachtbevestiging dan wel nadat Daaf is begonnen met de uitvoering van de Inleenovereenkomst. Onder een begin van uitvoering zal mede worden verstaan de situatie waarin Daaf voorbereidingen ten behoeve van de Inleenovereenkomst heeft getroffen, zoals het aangaan van een arbeidsovereenkomst of andersoortige overeenkomst met de ter beschikking te stellen Medewerker. Daaf is tot zij de Inleenovereenkomst heeft bevestigd of een begin aan de uitvoering daarvan heeft gegeven gerechtigd een aanbod of offerte te herroepen of wijzigen. Een overeenkomst, waaronder mede wordt verstaan de Inleenovereenkomst, zal in ieder geval worden geacht tot stand te zijn gekomen indien de Medewerker daadwerkelijk door of namens Inlener te werk wordt gesteld.

2. Indien in de aanvaarding door Inlener voorbehouden of wijzigingen in de aanbiedingen of offerte zijn aangebracht of wordt verwezen naar andersluidende (algemene) voorwaarden, krijgen in afwijking van het vorige artikellid die voorbehouden of wijzigingen pas werking indien Daaf tevens schriftelijk aan Inlener heeft bevestigd daar geheel, volledig en zonder voorbehoud mee te kunnen instemmen. Bij gebreke aan dergelijke instemming komt de overeenkomst conform het voorgaande lid in stand exclusief voorbehouden en/of wijzigingen. 3. Indien tijdens de uitvoering van de overeenkomst blijkt dat voor een behoorlijke uitvoering van de overeenkomst het noodzakelijk is om de te verrichten werkzaamheden te wijzigen en/of aan te vullen, zullen partijen tijdig en in onderling overleg de overeenkomst dienovereenkomstig aanpassen.

4. Ingeval de overeenkomst als bedoeld in dit artikel tot stand komt met meerdere Inleners, zijn deze in alle gevallen allen hoofdelijk aansprakelijk jegens Daaf, indien de verplichtingen jegens Daaf door één der Inleners niet of slechts deels wordt nagekomen.

5. Indien een natuurlijke persoon namens of voor rekening van een rechtspersoon een overeenkomst sluit, verklaart hij – door ondertekening van het contract – daartoe bevoegd te zijn. Deze persoon is naast de rechtspersoon hoofdelijk aansprakelijk voor alle uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen.

Artikel 5 Duur en einde van de Inleenovereenkomst

1. De Inleenovereenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde tijd, behoudens het geval partijen schriftelijk uitdrukkelijk anders overeenkomen.

2. De Inleenovereenkomst kan telefonisch of per email worden opgezegd met inachtneming van de opzegtermijn zoals in de inleenovereenkomst is overeengekomen. De Inleenovereenkomst kan uitsluitend tegen de eerste dag van de werkweek, maandag, worden opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste twee weken

3. In afwijking van voorgaand artikellid kan de Inleenovereenkomst niet worden opgezegd tegen een eerdere datum dan tegen het einde van een actieve Terbeschikkingstelling.

4. Indien de Inleenovereenkomst in afwijking van art. 5 lid 1 voor bepaalde tijd wordt aangegaan, kan deze niet tussentijds, doch slechts tegen het einde van de bepaalde tijd worden opgezegd met inachtneming van art. 5 lid 2. Bij gebreke aan een tijdige opzegging conform art. 5 lid 2 zal de Inleenovereenkomst van rechtswege stilzwijgend worden verlengd voor gelijke duur.

Artikel 6 Facturering

1. Daaf zal de door de Medewerker op basis van een Terbeschikkingstelling gewerkte uren in beginsel aan Inlener factureren conform de Tijdsverantwoordingformulieren.

2. Tijdsverantwoordingsformulieren kunnen in papieren, gedrukte of digitale (app of internet) vorm voorkomen.

3. Inlener is – behoudens het geval partijen schriftelijk uitdrukkelijk anders overeenkomen – verantwoordelijk voor de juiste en volledige invulling van het Tijdverantwoordingsformulier naar waarheid, alsmede voor het tijdig overleggen daarvan aan Daaf.

4. Inlener zal Daaf op eerste verzoek volledige inzage geven in haar administratie, kosteloos stukken daaruit in afschrift overleggen en alle inlichtingen verschaffen welke Daaf vereist om de juistheid van een Tijdsverantwoordingsformulier of het verschuldigde Inlenerstarief te controleren.

5. Bij gebreke aan een tijdig overgelegd alsmede juist en volledig ingevuld Tijdverantwoordingsformulier en in geval tijdige en volledige medewerking van Inlener ter zake van haar verplichtingen zoals in het voorgaande artikellid bepaald uitblijft, zal Daaf gerechtigd zijn de door de Medewerker gewerkte uren naar eigen inzicht zo goed mogelijk te schatten. Daaf zal in dat geval gerechtigd zijn het aldus geschatte Inlenerstarief bij Inlener in rekening te brengen, zonder dat Inlener ter zake nog de gelegenheid of bevoegdheid zal hebben (de hoogte van) de factuur ter discussie te stellen of deze anderszins geheel dan wel gedeeltelijk onbetaald te laten. Voorgaande geldt onverminderd de bevoegdheid zijdens Daaf om in plaats van een geschat Inlenerstarief aanspraak te maken op het werkelijk verschuldigde Inlenerstarief, indien nodig met behulp van de verplichtingen zijdens Inlener zoals onder art. 5 lid 3 bepaald.

6. Bij verschil tussen een bij Daaf ingeleverd Tijdsverantwoordingsformulier en het door de Inlener behouden afschrift daarvan, zal het door Inlener behouden Tijdsverantwoordings-formulier onjuist worden geacht, behoudens het geval Inlener de juistheid daarvan bewijst.

7. In de gevallen zoals genoemd in art. 7:628a BW zal Inlener per oproep van de Medewerker ten minste het Inlenerstarief berekend over drie uren verschuldigd zijn.

Artikel 7 Verschuldigdheid en betaling

1. Behoudens het geval partijen schriftelijk uitdrukkelijk anders overeenkomen, dient Inlener facturen van Daaf binnen 14 dagen na factuurdatum volledig te hebben voldaan. Deze betalingstermijn, alsmede eventuele andere betalingstermijnen die partijen overeenkomen zijn uitdrukkelijk fatale termijnen, waardoor Inlener door overschrijding daarvan van rechtswege – en dus zonder nadere ingebrekestelling – in verzuim geraakt.

2. Inlener is vanaf de datum dat ten aanzien van één of meerdere verplichtingen harerzijds het verzuim intreedt een contractuele rente over het onbetaald gebleven saldo verschuldigd ad 1,2% per maand, een gedeelte van een maand daaronder begrepen.

3. Uitsluitend rechtstreekse betalingen aan Daaf op de door haar gespecificeerde bankrekening werken voor Inlener bevrijdend.

4. Als de Inlener een factuur betwist, zal dit binnen acht dagen na verzenddatum van de betreffende factuur schriftelijk door de Inlener aan Daaf kenbaar worden gemaakt, op straffe van verval van enig recht of enige bevoegdheid ter zake van de beweerdelijk onjuiste factuur. 5. Daaf is gerechtigd gedurende een Terbeschikkingstelling het Inlenerstarief aan te passen indien sprake is van een kostprijsverhogende factor, waaronder in ieder geval (doch niet uitputtend) wordt verstaan een kostprijsverhoging wegens wijziging van relevante sociale- en fiscale wet- en/of regelgeving, dan wel een wijziging van de beloning, de looninschaling of de Inlenersbeloning met betrekking tot de ter beschikking gestelde Medewerker, al dan niet ten gevolge van een wijziging in de cao.

6. Indien Inlener in verzuim geraakt met betrekking tot één of meerdere op haar rustende (betalings) verplichtingen, zal Daaf gerechtigd zijn buitengerechtelijke (incasso)kosten bij Inlener in rekening te brengen. De buitengerechtelijke (incasso)kosten worden bepaald op 15% van het onbetaald gebleven saldo, met een minimum van € 500,00. Voorgaande geldt onverminderd de bevoegdheid zijdens Daaf om de werkelijke buitengerechtelijke incassokosten te vorderen.

7. Ingeval van gerechtelijke vervolgstappen door Daaf jegens Inlener komen partijen overeen dat Inlener de werkelijke proceskosten inclusief griffierechten, deurwaarderskosten en nakosten zijdens Daaf zal vergoeden indien Daaf overwegend in het gelijk wordt gesteld. Daaf zal ten bewijze van haar werkelijke proceskosten de onderliggende facturen zo spoedig mogelijk aan Inlener overleggen.

8. Betalingen door of namens Inlener strekken allereerst tot voldoening van de verschuldigde rente, daarna tot voldoening van de verschuldigde extra kosten, waaronder buitengerechtelijke kosten en tot slot tot voldoening van de hoofdsom, ongeacht de wijze waarop Inlener de betreffende betaling geoormerkt heeft.

9. Indien op enig moment Daaf verantwoordelijk wordt geacht tot het betalen van de transitievergoeding aan een Medewerker, dan is Daaf gerechtigd de transitievergoeding te verhalen op de Inlener alwaar de betreffende Medewerker laatstelijk tewerk is gesteld.

Artikel 8 Opschorting, verrekening en zekerheden

1. Inlener is niet bevoegd tot opschorting of verrekening van haar (betalings)verplichtingen jegens Daaf wegens enige door Daaf (vermeend) verschuldigde doch (beweerdelijk) uitgebleven prestatie.

2. Indien partijen een bepaalde (minimum)omvang van de door de ter beschikking te stellen Medewerker te verrichten werkzaamheden overeenkomen, is Inlener niet bevoegd deze omvang te wijzigen of Medewerker in dat kader te hinderen dan wel anderszins door een doen of nalaten te bewerkstelligen dat de Medewerker minder dan de overeengekomen omvang van de werkzaamheden verricht. In het geval de Medewerker minder werkzaamheden verricht dan is overeengekomen is Daaf gerechtigd het Inlenerstarief conform de overeengekomen omvang van de werkzaamheden in rekening te brengen. Indien de Medewerker in de voorafgaande periode echter gemiddeld meer werkzaamheden heeft verricht dan partijen in eerste instantie in de Inleenovereenkomst of anderszins hebben voorzien, is Daaf gerechtigd het Inlenerstarief conform dit gemiddelde bij Inlener in rekening te brengen.

Artikel 9 Ontbinding, opschorting en zekerheden

1. In afwijking van art. 5 is Daaf gerechtigd de Inleenovereenkomst per direct te ontbinden – onverminderd enige betalingsverplichting zijdens Inlener – indien:

a. Inlener in verzuim geraakt met betrekking tot de nakoming van één of meer op haar rustende verplichtingen jegens Daaf;

b. Inlener in staat van faillissement wordt verklaard, surseance van betaling wordt verleend, dan wel op enigerlei andere wijze Daaf gerede grond geeft voor de nakoming van de op Inlener rustende verplichtingen te vrezen;

c. Inlener de vrije beschikking over een aanmerkelijk deel van haar vermogen verliest, haar bedrijfsactiviteiten staakt of anderszins redelijkerwijs niet langer in staat kan worden geacht haar verplichtingen voortvloeiende uit de Inleenovereenkomst na te komen;

d. Inlener Daaf gerede grond geeft te vrezen voor de veiligheid of gezondheid van Medewerker, dan wel indien een zwaarwegend in de persoon van de Medewerker gelegen belang onmiddellijke beëindiging van de Terbeschikkingstelling vereist;

3. Indien Daaf ingevolge voorgaand artikellid tot beëindiging van de Inleenovereenkomst overgaat, worden alle verplichtingen zijdens Inlener welke voortvloeien uit- dan wel verband houden met de Inleenovereenkomst onmiddellijk opeisbaar.

4. In de onder lid 1 genoemde gevallen is Daaf tevens bevoegd doch niet verplicht in plaats van onmiddellijke beëindiging van de Inleenovereenkomst de nakoming van de daaruit voortvloeiende verplichtingen harerzijds op te schorten in afwachting van behoorlijke zekerstelling van nakoming van de (betalings)verplichtingen zijdens Inlener.

Artikel 10 Aansprakelijkheid

1. Daaf zal de Inleenovereenkomst naar beste inzicht en vermogen uitvoeren. Op Daaf rust te allen tijde echter een inspanningsverbintenis en geen resultaatsverbintenis.

2. Daaf zal bij een Terbeschikkingstelling zich naar beste inzicht en vermogen inspannen om een Medewerker ter beschikking te stellen die de door Inlener gewenste hoedanigheden, kwaliteiten en andersoortige eigenschappen bezit. Partijen erkennen echter dat Daaf in dat kader afhankelijk is van informatie van zowel Inlener als de Medewerker zelf. Daaf is dan ook niet aansprakelijk voor enige schade voortvloeiende uit- dan wel verband houdende met het feit dat de betreffende Medewerker niet geschikt is gebleken voor de Terbeschikkingstelling, behoudens het geval zulks aan grove schuld of opzet zijdens Daaf is te wijten, of anderszins naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.

3. Daaf is niet aansprakelijk voor schade voortvloeiende uit- dan wel verband houdende met de omstandigheid dat een Medewerker wegens in zijn persoon gelegen omstandigheden niet ter beschikking kan worden gesteld, behoudens het geval zulks aan grove schuld of opzet zijdens Daaf is te wijten, of anderszins naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.

4. Daaf is te allen tijde slechts aansprakelijk voor de schade zoals in de Algemene Voorwaarden bepaald. De aansprakelijkheid zijdens Daaf wordt derhalve niet enkel door het onderhavig artikel, maar ook door de in de Algemene Voorwaarden opgenomen vrijwaringen en schadeloosstellingen beperkt.

5. Daaf is te allen tijde slechts aansprakelijk voor de directe schade die Inlener of een aan haar gelieerde derde lijdt ten gevolge van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming c.q. onrechtmatig handelen zijdens Daaf. Daaf is derhalve niet aansprakelijk voor indirecte schade, waaronder bedrijfsschade, gederfde inkomsten of andere gevolgschade. Voorgaande is slechts anders indien deze schade het gevolg is van opzet of grove schuld zijdens Daaf.

6. De aansprakelijkheid zijdens Daaf is met inachtneming van hetgeen in de Algemene Voorwaarden is bepaald te allen tijde in ieder geval beperkt tot hetgeen aan Daaf in dat kader daadwerkelijk wordt uitgekeerd op basis van een daartoe afgesloten (aansprakelijkheid)verzekering. Bij gebreke aan een dergelijke uitkering of verzekering is deze aansprakelijkheid te allen tijde beperkt tot maximaal het factuurbedrag horende bij de specifieke Terbeschikkingstelling.

7. Inlener dient onverwijld, doch in ieder geval binnen een maand nadat hij bekend is geworden dan wel bekend had behoren te zijn met de schade waarvoor zij Daaf aansprakelijk acht, Daaf daarvan schriftelijk en gemotiveerd per aangetekend schrijven op de hoogte te stellen, zulks op straffe van verval van enig recht op schadevergoeding, nakoming of andersoortige vorderingen.

8. Vorderingsrechten of andere bevoegdheden van Inlener jegens Daaf, uit welken hoofde dan ook, vervallen in ieder geval, voor zover zulks niet reeds aan de orde was, één jaar na het moment waarop Inlener bekend werd, althans redelijkerwijs bekend had behoren te zijn met het bestaan van deze rechten of bevoegdheden.

Artikel 11 Overmacht

1. In geval van overmacht van Daaf zullen haar verplichtingen uit hoofde van de Inleenovereenkomst worden opgeschort, zolang de overmacht toestand voortduurt. Onder overmacht wordt verstaan elke van de wil van Daaf onafhankelijke omstandigheid, die de nakoming van de Inleenovereenkomst blijvend of tijdelijk verhindert en welke noch krachtens wet, noch naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid voor haar risico behoort te komen. 2. Van overmacht genoemd onder 1 aan de zijde van Daaf is in ieder geval sprake, indien Daaf verhinderd wordt aan één of meerdere verplichtingen uit de gesloten overeenkomst of aan de voorbereiding daarvan te voldoen ten gevolge van (in zowel binnen- als buitenland): oorlog, oorlogsgevaar, burgeroorlog, oproer, molest, brand, waterschade, overstroming, vandalisme, werkstaking, bedrijfsbezetting, overheidsmaatregelen, defecten aan machinerieën, storingen in de levering van energie, niet-werkbare omstandigheden, omvangrijke ziekte van personeel of de omstandigheid dat Daaf onverwachts wordt geconfronteerd met een tekortkoming in de nakoming c.q. onrechtmatig handelen door derden die zij in het kader van de uitvoering van de Inleenovereenkomst heeft ingeschakeld. Voornoemde omstandigheden zullen als overmacht worden aangemerkt ongeacht of die omstandigheid zich binnen de onderneming van Daaf, of binnen aan Daaf gelieerde- of door Daaf ingeschakelde derden voordoet.

3. Zodra zich bij Daaf een overmachtstoestand voordoet als in lid 1 van dit artikel bedoeld, zal zij daar zo spoedig mogelijk mededeling van doen aan Inlener.

4. Als de overmachtstoestand drie maanden heeft geduurd, of zodra redelijkerwijs voorzienbaar is dat de overmachtstoestand langer dan drie maanden zal duren, is ieder der partijen gerechtigd de Inleenovereenkomst tussentijds te beëindigen zonder inachtneming van een opzegtermijn. Inlener kan geen vorderingen tot schadevergoeding, nakoming of andersoortige rechtsvorderingen baseren op een dergelijke beëindiging van de Inleenovereenkomst. De (betalings)verplichtingen zijdens Inlener worden bij een beëindiging wegens overmacht bepaald naar evenredigheid van de mate waarin de Inleenovereenkomst reeds is uitgevoerd.

Artikel 12 Intellectuele- en industriële eigendom

Inlener vrijwaart Daaf van rechtsvorderingen tot schadevergoeding of andersoortige vorderingen en aanspraken door de Medewerker of derden uit hoofde van een (vermeende) schending van een intellectueel- of industrieel eigendomsrecht, voor zover een en ander voortvloeit uit- dan wel verband houdt met de Inleenovereenkomst of de Terbeschikkingstelling.

Artikel 13 Vertrouwelijkheid, geheimhouding en persoonsgegevens

1. Partijen zullen strikte geheimhouding betrachten met betrekking tot de hun in het kader van de Inleenovereenkomst of anderszins ter beschikking gekomen vertrouwelijke informatie. Informatie geldt als vertrouwelijk indien zulks uitdrukkelijk is aangegeven of indien dit redelijkerwijs voortvloeit uit de aard van de informatie.

2. Voor zover Inlener aan Daaf informatie ter beschikking stelt, staat zij ervoor in dat aldus geen wet- of regelgeving dan wel andersoortige bepalingen met betrekking tot de privacy, gegevensbescherming of vertrouwelijkheid schendt. Inlener staat er in het bijzonder voor in dat zij bij de verstrekking van eventuele (persoons)gegevens van de Medewerker beschikt over diens toestemming dan wel een andersoortige rechtvaardigingsgrond. Inlener staat er voorts voor in dat zij persoonsgegevens in overeenstemming met de relevante wet- en regelgeving, waaronder in ieder geval zal worden verstaan de Algemene Verordening Gegevensbescherming, zal verwerken. Inlener vrijwaart Daaf, althans stelt haar geheel schadeloos voor rechtsvorderingen of andersoortige aanspraken door de Medewerker of derden wegens een onrechtmatige verwerking van deze (persoons)gegevens, een ‘datalek’ of andersoortige privacy-incidenten. Onder deze vrijwaring c.q. schadeloosstelling wordt uitdrukkelijk tevens begrepen de situatie dat een betrokken toezichthoudende autoriteit, waaronder de Autoriteit persoonsgegevens, Daaf beboet wegens schending van de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen verplichtingen, verboden en geboden ten aanzien van de privacy.

3. Inlener zal bij aanvang van de Terbeschikkingstelling de identiteit van de Medewerker vaststellen aan de hand van een geldig legitimatiebewijs.

Artikel 14 Overname Medewerker

1. Het is Inlener gedurende een Terbeschikkingstelling uitdrukkelijk verboden de betreffende Medewerker een arbeidsovereenkomst of andersoortige arbeidsverhouding, zulks in de breedste zin des woords, aan te bieden, dan wel zulks aan te doen bieden door een derde. Bij overtreding van dit verbod zal Inlener een onmiddellijk opeisbare boete ten bedrage ad € 10.000,00 verschuldigd zijn, te vermeerderen met een onmiddellijk opeisbare boete ten bedrage ad € 500,00 voor iedere dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat de overtreding voortduurt.

2. Binnen een periode van twaalf maanden na afloop van een Terbeschikkingstelling is Inlener, indien zij een ter beschikking gestelde Medewerker direct- dan wel indirect een arbeidsovereenkomst of andersoortige arbeidsverhouding aanbiedt, een redelijke vergoeding in de zin van art. 9a lid 2 WAADI verschuldigd. Onder de aldaar genoemde kosten die voor een redelijke vergoeding in aanmerking komen zullen in ieder geval worden begrepen de kosten voor de werving en opleiding van de betreffende Medewerker. Kosten cq investeringen van (online en/of offline) marketing/advertenties, sollicitatie- en introductiegesprekken technische en sociale assessments en investering van (veiligheids-) opleidingen cq trainingen; totaal € 15.000,00.

Artikel 15 Rechts- en forumkeuze

1. Op de Inleenovereenkomst is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.

2. Uitsluitend de bevoegde rechter in Rechtbank Utrecht, locatie Amersfoort is bevoegd tot kennisname en beslechting van geschillen voortvloeiende uit- dan wel verband houdende met de Inleenovereenkomst.

3. De hiernavolgende afdeling ‘Aanvullende bepalingen ten aanzien van de Terbeschikkingstelling’ is voor het leesgemak in een aparte afdeling opgenomen. Zij maken echter integraal en onlosmakelijk deel uit van de Algemene Voorwaarden. Van toepassing verklaring van de Algemene Voorwaarden betekent toepasselijkheid van de integrale Algemene Voorwaarden en derhalve inclusief de navolgende afdeling.

AANVULLENDE BEPALINGEN TEN AANZIEN VAN DE TERBESCHIKKINGSTELLING

Artikel 16 De Inlenersbeloning en informatieplicht

1. Inlener verstrekt uiterlijk bij ondertekening van de Inleenovereenkomst een omschrijving van de functie waarin de Medewerker te werk zal worden gesteld alsmede een gemotiveerde inschaling in de beloningsregeling van Inlener teneinde Daaf in staat te stellen de Inlenersbeloning te bepalen.

2. Het is Inlener niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming zijdens Daaf aanvullende vergoedingen of beloningen aan de ter beschikking gestelde Medewerker te voldoen. Inlener vrijwaart Daaf, althans stelt haar geheel schadeloos met betrekking tot de gevolgen, zowel fiscaal als anderszins, indien zij de ter beschikking gestelde Medewerkers anders dan partijen in de Inleenovereenkomst hebben voorzien compenseert.

3. Het is Inlener uitdrukkelijk niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Daaf aan de Medewerker zaken ter beschikking te stellen die (mede) voor privédoeleinden kunnen worden gebruikt. Onder dergelijke zaken worden onder meer verstaan een (lease)auto of mobiele telefoon die tevens voor privégebruik wordt gebruikt. Inlener vrijwaart Daaf, althans stelt haar geheel schadeloos met betrekking tot de gevolgen, fiscaal of anderszins, voortvloeiende uit de terbeschikkingstelling van zaken die (mede) voor privédoeleinden mogen worden gebruikt, behoudens het geval Daaf daar voorafgaand zonder voorbehoud schriftelijke toestemming heeft verleend.

4. Inlener verplicht zich, zowel op verzoek van Daaf als op eigen initiatief, tijdig en volledig inlichtingen te verschaffen omtrent al hetgeen redelijkerwijs van belang kan worden geacht voor de uitvoering van de Inleenovereenkomst of de Terbeschikkingstelling. Onder dergelijke relevante omstandigheden worden onder meer begrepen: de wijziging, afschaffing, van toepassing- of algemeen verbindend verklaring van een cao of andersoortige collectieve regelingen, collectieve vrije dagen en andersoortige collectieve arbeidsvoorwaarden anders dan bij cao bepaald welke van invloed kunnen zijn voor de vaststelling van de Inlenersbeloning. Voorts worden onder dergelijke omstandigheden begrepen: overschrijdingen door de Medewerker van de arbeidsomvang zoals door partijen voorzien, bedrijfsongevallen, ziekte van de Medewerker, structureel- dan wel incidenteel onbehoorlijk functioneren van de Medewerker, de re-integratie van de Medewerker of dienst voortgang in een verbetertraject, klachten van de Medewerker die bij Inlener zijn ingediend en iedere andere omstandigheid waarvan Inlener begrijpt althans redelijkerwijs behoort te begrijpen dat deze van belang zou kunnen zijn voor de verplichtingen van Daaf jegens de Medewerker, de vaststelling van het verschuldigde Inlenerstarief of andersoortige gerechtvaardigde belangen zijdens Daaf.

5. Inlener vrijwaart Daaf, althans stelt haar geheel schadeloos, voor schade en meerkosten voortvloeiende uit een onjuiste, onvolledige of niet-tijdige informatievoorziening zoals in de voorgaande artikelleden bedoeld. Daaf is gerechtigd eventuele meerkosten en schade in dat kader, bijvoorbeeld wegens een fiscale naheffing of achterstallige loonvordering van de Medewerker ten gevolge van een onjuiste berekening van de Inlenersbeloning, bij Inlener in rekening te brengen.

6. Indien partijen in de Inleenovereenkomst niet uitdrukkelijk een aanvangsdatum voor de Terbeschikkingstelling zijn overeengekomen, dan wel indien Inlener daarvan wenst af te wijken, zal zij Daaf daartoe voorafgaand schriftelijk op de hoogte stellen teneinde Daaf in staat te stellen desgewenst een eerstedagsmelding bij de Belastingdienst te doen.

Artikel 17 Dienstverband, zorgvuldigheid en vrijwaring

1. Partijen beogen uitdrukkelijk geen dienstverband tot stand te brengen tussen de Medewerker en Inlener. Behoudens het geval een zzp´er of andersoortige zelfstandige als Medewerker ter beschikking wordt gesteld, sluit Daaf dan wel een door of namens Daaf ingeschakelde derde een arbeidsovereenkomst in de zin van art. 7:690 BW met de betreffende Medewerker.

2. De ter beschikking gestelde Medewerker verricht zijn werkzaamheden onder leiding en toezicht van Inlener. Daaf is derhalve niet aansprakelijk voor schade voortvloeiende uit- dan wel verband houdende met een doen of nalaten zijdens Medewerker in het kader van de Terbeschikkingstelling. Inlener vrijwaart Daaf althans stelt haar geheel schadeloos voor aanspraken en rechtsvorderingen door derden voortvloeiende uit- dan wel verband houdende met een doen of nalaten van een Medewerker in het kader van een Terbeschikkingstelling, zoals onder meer bedoeld in art. 6:74, 6:162, 6:170 en 6:171 BW.

3. Inlener verplicht zich jegens de ter beschikking gestelde Medewerker dezelfde (zorgvuldigheids)normen in acht te nemen als zij, mede op grond van het goed werkgeverschap, jegens de bij haar in dienstverband werkzame werknemers in acht dient te nemen c.q. in acht zou moeten nemen.

4. De ter beschikking gestelde Medewerker verricht zijn werkzaamheden onder leiding en toezicht van Inlener. Inlener vrijwaart Daaf althans stelt haar geheel schadeloos ter zake van rechtsvorderingen tot nakoming, schadevergoeding of andersoortige vorderingen en aanspraken van of namens de betreffende Medewerker wegens (vermeende) schade voortvloeiende uit- dan wel verband houdende met de Terbeschikkingstelling, behoudens het geval zulks naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.

5. Het is Inlener uitdrukkelijk niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Daaf en instemming van de ter beschikking gestelde Medewerker, laatstgenoemde op andere wijze te werk te stellen dan in de Inleenovereenkomst dan wel anderszins door partijen schriftelijk is voorzien.

6. Tewerkstelling van de ter beschikking gestelde Medewerker buiten Nederland is slechts mogelijk indien partijen zulks in de Inleenovereenkomst hebben voorzien. Voor zover partijen zulks niet in de Inleenovereenkomst hebben voorzien is het Inlener behoudens voorafgaande schriftelijke en uitdrukkelijke toestemming zijdens Daaf niet toegestaan de Medewerker buiten Nederland te werk te stellen.

7. Inlener staat ervoor in behoorlijk te zijn verzekerd tegen de (aansprakelijkheids)risico’s zoals in het onderhavige artikel benoemd. Inlener zal op eerste verzoek Daaf een bewijs van verzekering en een afschrift van de toepasselijke polisvoorwaarden toezenden.

Artikel 18 Arbeidsomstandigheden

1. Inlener is ervan op de hoogte dat zij volgens de toepasselijke wet- en regelgeving, waaronder de Arbeidsomstandighedenwet en artikel 7:658 BW, de verplichting heeft om te zorgen voor een veilige werkplek voor de Medewerker. Inlener is verplicht de lokalen, werktuigen en gereedschappen, waarin of waarmede hij de Medewerker werkzaamheden laat verrichten, op zodanige wijze in te richten en te onderhouden, dat die Medewerker in de uitoefening van zijn werkzaamheden geen schade lijdt. Inlener verstrekt de Medewerker bovendien concrete aanwijzingen, instructies en waarschuwingen om te voorkomen dat deze in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt. Inlener zal tevens toezicht houden op de naleving van die aanwijzingen, instructies en waarschuwingen en waar nodig nadere maatregelen ter verdere bescherming van de Medewerker treffen. Inlener verstrekt de Medewerker persoonlijke beschermingsmiddelen die redelijkerwijs voor de te verrichten werkzaamheden vereist zijn om het risico van het ontstaan van schade ten gevolge van de Terbeschikkingstelling te voorkomen.

2. Inlener is verantwoordelijk voor de lokalen, werktuigen en gereedschappen waarin of waarmede Medewerker zijn werkzaamheden verricht. Inlener vrijwaart Daaf, althans stelt haar geheel schadeloos voor rechtsvorderingen tot schadevergoeding of andersoortige aanspraken door de Medewerker of derden, daaronder mede begrepen aanspraken ingevolge art. 7:658, 6:74, 6:162, 6:107, 6:107a en 6:108 BW, voortvloeiende uit- dan wel verband houdende met de lokalen, werktuigen en gereedschappen van Inlener of anderszins voortvloeiende uit- dan wel verband houdende met de Terbeschikkingstelling.

3. Voor zover voor een veilige uitoefening van de werkzaamheden de Medewerker over bepaalde beroepskwalificaties, certificaten, diploma’s of andersoortige kwaliteiten dient te beschikken, zullen partijen zulks in de Inleenovereenkomst vermelden. Voor zover in de Inleenovereenkomst geen vermelding van dergelijke kwaliteiten is opgenomen, doch Daaf kennisneemt van het feit dat voor een veilige uitvoering van de werkzaamheden bepaalde beroepskwalificaties, certificaten, diploma’s of andersoortige kwaliteiten vereist zijn, is Daaf gerechtigd de Inleenovereenkomst te beëindigen, zulks onverminderd het recht op schadevergoeding of andersoortige rechtsvorderingen zijdens Daaf.

4. Inlener zal zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk één week voordat een Terbeschikkingstelling aanvangt Medewerker inlichten omtrent een veilige uitvoering van de werkzaamheden. Inlener zal in dat kader tevens de toepasselijke Risico-Inventarisatie en Evaluatie aan Medewerker ter beschikking stellen en toelichten. De inlichting inclusief de redelijkerwijs vereiste voorbereidingstijd en reistijd zijdens Medewerker, zal op het Tijdverantwoordingsformulier worden geregistreerd en conform het Inlenerstarief aan Inlener worden gefactureerd.

5. Inlener staat ervoor in een adequate (aansprakelijkheid)verzekering te hebben afgesloten tegen de risico’s zoals in het onderhavig artikel benoemd. Inlener zal Daaf op eerste verzoek een bewijs van verzekering en een afschrift van de toepasselijke polisvoorwaarden toezenden.

Artikel 19 Arbeidsomvang, werktijden en scholing

1. Inlener verplicht zich ten aanzien van de ter beschikking gestelde Medewerker dezelfde werktijden, arbeidsduur en rusttijden te hanteren als voor de werknemers die in dienstverband of anderszins werkzaam zijn bij Inlener in gelijke of gelijkwaardige functies.

2. De Medewerker verricht zijn werkzaamheden onder toezicht en leiding van Inlener. Inlener draagt dan ook de verantwoordelijkheid voor de naleving door de Medewerker van de Arbeidstijdenwet alsmede andere relevante wet- en regelgeving met betrekking tot de werktijden, arbeidsduur en rusttijden.

3. Inlener staat ervoor in dat de Medewerker de blijkens de Inleenovereenkomst voorziene arbeidsduur en -omvang alsmede de werk- en rusttijden niet overschrijdt. Voor zover wordt afgeweken van de situatie zoals voorzien, is Daaf gerechtigd naar evenredigheid een aanvullende vergoeding conform het Inlenerstarief in rekening te brengen.

4. Eventuele scholing, voorlichting of instructie van de Medewerker op verzoek van Inlener komt voor rekening en risico van Inlener. De door de Medewerker ten behoeve van de scholing, voorlichting of instructie redelijkerwijs geïnvesteerde uren, daaronder mede begrepen de reistijd en voorbereidingstijd, worden door Daaf conform het Inlenerstarief bij Inlener in rekening gebracht. Voorgaande is slechts anders indien partijen schriftelijk uitdrukkelijk anders zijn overeengekomen.

5. Indien een ter beschikking gestelde Medewerker een verzoek indient tot uitbreiding of vermindering van de arbeidsduur, is Inlener verplicht uiterlijk twee maanden voor de verzochte ingangsdatum Daaf schriftelijk en gemotiveerd daaromtrent te berichten. Indien Inlener van Daaf verlangt dat zij niet instemt met het verzoek tot aanpassing van de arbeidsduur, dient zij Daaf in staat te stellen aan haar verplichtingen voortvloeiende uit de Wet Aanpassing Arbeidsduur alsmede de cao te voldoen, door gemotiveerd te stellen welke zwaarwegende bedrijfsbelangen zich tegen de verzochte aanpassing van de arbeidsduur verzetten. Daaf vrijwaart Inlener, althans stelt haar schadeloos voor schade voortvloeiende uit- dan wel verband houdende met een onregelmatige afwijzing van het verzoek van een Medewerker om aanpassing van de arbeidsduur.

Versie 5 oktober 2020

Heb jij een vraag?

We hebben geprobeerd onze juridische teksten zo simpel mogelijk te maken. Heb je toch nog een vraag hierover? Bel of mail mij gerust. Ik help je graag verder.

Jeroen de Roon

Jeroen de Roon

Mede-eigenaar